Zeemeermin op kussen (1679)

De Edamse zeemeermin, ook bekend als ‘het Groene Wijf’, of ‘het Zeewijf’ heette Minne en kwam uit de Zuiderzee. Toen in 1403 een dijk doorbrak spoelde ze met het water de Purmer binnen. Vissers hadden haar gezien: een vrouw overdekt met wier en groene slierten. Ze probeerden haar te vangen, maar zij was hen telkens te slim af. Uiteindelijk wisten twee melkmeisjes haar vertrouwen te winnen en haar naar Edam te brengen. Ze stopten haar in een tobbe en boenden slijm, slierten andere zilte viezigheid van haar af. Ze kleedden haar aan, leerden haar eten, drinken en spinnen. Later ging ze zelfs vroom naar de kerk en werd na haar dood netjes in gewijde aarde begraven. Dat is de kern van het verhaal zoals het in 1470 werd opgetekend door een monnik, Joannes Gerbrandis van Leyden, prior van het Karmelieter klooster in Haarlem. Hij beweerde dat hij iemand had gesproken die het Zeewijf in levenden lijve had gezien. De zeemeerminnenstaart is er later bij verzonnen. Er zijn wel veertig schrijvers bekend, die van alles over het Zeewijf vertelden. In een aantal versies zou er vanuit Haarlem, waar de regenten zaten, een klein legertje zijn uitgerukt om de meermin op te halen. Ze zou daar tot haar dood in een klooster
hebben geleefd. Anderen laten complete veldslagen om het Zeewijf plaats vinden.

Nog steeds is het Zeewijf of het Groene Wijf van de Purmer overal te vinden. Op een gebrandschilderd raam in de Grote Kerk van Edam, in het wapen van de Purmer en op een zegel van het Hoogheemraadschap van Uitwaterende Sluizen. In de windvaan op het stadhuis van Haarlem. En tot op de dag van vandaag worden er romans, toneelstukken en liederen over haar geschreven. Ze is een te mooie legende om niet waar te zijn.

Objectgegevens
Objectnummer: 00429
Techniek: Borduurwerk van zijde op wol en linnen
Afmetingen: h. 54 x b. 61 cm
Datering: 1679